Skip to main content

Op 24 april is het Koninklijk Besluit nr. 15 betreffende de tijdelijke opschorting ten voordele van ondernemingen van uitvoeringsmaatregelen en andere maatregelen gedurende de COVID-19 crisis gepubliceerd. Dit KB heeft tot doel tijdelijk elke onderneming die schuldenaar is te beschermen tegen bewarend en uitvoerend beslag, faillietverklaring, gerechtelijke ontbinding en ontbinding van overeenkomsten wegens wanbetaling. Ondernemingen die reeds in staking van betaling waren op 18 maart zijn uitgesloten uit het toepassingsgebied.

Toepassingsgebied

Het besluit is van toepassing is op alle ondernemingen die

  • vallen onder het toepassingsgebied van Boek XX van het WER;
  • waarvan de continuïteit bedreigd is door de verspreiding van de COVID-19 epidemie of pandemie en haar gevolgen;
  • niet in staking van betaling waren op 18 maart.

Voor deze ondernemingen wordt er voorzien in een tijdelijke opschorting van diverse zaken, onder meer:

  • de mogelijkheden om bewarend of uitvoerend beslag te leggen (behoudens op onroerende goederen) en middelen van ten uitvoering op de goederen van de onderneming voor schulden worden tijdelijk opgeschort;
  • de mogelijkheid om op dagvaarding failliet te worden verklaard of gerechtelijk te worden ontbonden;
  • de betalingstermijnen opgenomen in een reorganisatieplan die werd gehomologeerd worden verlengd met een duur gelijk aan de van de opschorting;
  • overeenkomsten gesloten voor de inwerkingtreding van dit KB kunnen niet eenzijdig of gerechtelijk worden ontbonden wegens wanbetaling van een opeisbare geldschuld.

Uitzondering

Echter voorziet het KB in een uitzondering op bovenstaande maatregelen: elke belanghebbende partij kan bij dagvaarding de voorzitter van de bevoegde ondernemingsrechtbank verzoeken te beslissen dat een onderneming niet valt onder het toepassingsgebied of de opschorting geheel of gedeeltelijk op te heffen bij een bijzonder met redenen omklede beslissing. Deze vordering wordt behandeld zoals in kortgeding.

Aangiftetermijn faillissement verlengd

Het tweede artikel voorziet in een verlenging van de termijn om aangifte van faillissement te doen. Deze termijn wordt opgeschort als de faillissementsvoorwaarden het gevolg zijn van de crisis, waardoor de schuldenaar niet verplicht is onmiddellijk aangifte te doen. Dit blijft uiteraard een mogelijkheid.

Kredietbescherming

Ten slotte wordt het krediet dat wordt verstrekt tijdens de duur van de opschorting aan de ondernemingen, die onder het toepassingsgebied vallen, beschermd. Meer concreet bepaalt artikel 3 van het KB dat artikel XX.112 WER en artikel1328 BW niet van toepassing zijn op nieuwe kredieten tijdens de duur van de opschorting verstrekt.

Daardoor kunnen bepaalde handelingen gesteld in de verdachte periode (na de staking van betaling en voor het vonnis van faillissement) nu niet niet-tegenwerpbaar worden verklaard. De verstrekkers van deze nieuwe kredieten kunnen ook niet aansprakelijk worden gesteld enkel en alleen omdat de nieuwe kredieten de continuïteit van het geheel of een gedeelte van de activa of van de activiteiten van de schuldenaar niet daadwerkelijk mogelijk hebben gemaakt.

Momenteel zijn deze bepalingen van toepassing vanaf 24 april tot en met 17 mei. Het valt nog af te wachten of ook dit besluit zal worden verlengd.